Jungle Trekking
Recept voor een 3-daagse jungle tour:
Men neme:
- 2 conditieloze Hollandse trienen
- Legerbackpacks (erg klein)
- Bergschoenen
- Hangmat met muskietennet voor bosbeestjes (lees: slangen, schorpioenen, 100 soorten mieren en grappige beestjes die we niet altijd thuis konden brengen)
- Een getrainde hand om je te verweren tegen de kruipels van het oerwoud
- Zaklamp
- Genoeg wc-papier
- GROTE sarong (om die ene schone slip aan te trekken)
- ... En drie welwillende 'slaven' op slippers met potten, pannen, eieren, Lao Lao (whiskey) en de benodigde kennis van de jungle.
Hussel al deze ingredienten goed door elkaar. Voeg er een aantal leuke mede-jungle-trekkers aan toe, een Nederlands sprekende gids en laat dit geheel 3 dagen en 2 nachten pruttelen. Pas daarna wel
op; haal de deksel er voorzichtig af, want het geheel kan wat aangebrand en prikkelig zijn, met hier en daar een blaar.
Eet smakelijk!
Als toetje kregen we iets heel bijzonders ... iets unieks. 'A once in a lifetime experience' ... Rik,deNederlands sprekende gids,legde uit wat we zouden gaan zien. Het klonk niet heel aantrekkelijk, maar toch wilde we erbij zijn.
Met rijstwijn in zijn ene hand een een groot kapmes in zijn andere liep de Cambodjaan om de vastgebonden os heen te draaien. De andere dorpsbewonders maakten het dier gek met trommels en gongen en de nabestaanden vanhet gestorven familielidzaten rustig op het graf toe te kijken. Wij zaten op een boomstronk met zenuwen in onze buik. We wisten dat binnen een paar minuten de nerveuze os voor onze ogen geslacht zou worden.
Waar waren we beland? Op een begraafplaats in een afgezonderd Cambodjaans dorpje in de provincie Ratanakiri, in het noord-oosten van Cambodja.Een dorp waarvan de bewoners nog een simpel leven leiden, vol met oude tradities. Wij zouden een van deze oude tradities meemaken: een offer aaneen voorouder, een jaar na de sterfdag, om te vieren dat hij een beter, mooierleven was ingetreden. Hoe welvarender de familie, hoe groter het geofferde dier. Vandaag werden twee ossen geslacht, een teken dat dat de familie behoorlijk goed in de slappe was zit. Het complete gezin zat op het graf bier en rijstwijn te drinken. Om bij het offer aanwezigte kunnen zijn, hadden wij ook bier meegenomen.Dit werd gelijk open gemaakt en onder de gezinsleden verdeeld.
De man met het kapmes had duidelijk iets te veel genoten van de rijstwijn. Hoe kon hij in godsnaam nog recht mikken met dat mes! Eindelijk was het zo ver. Het ritme van de trommels en gongen werd sneller en de mannen gingen om de os heen staan. Met eenstevige zwaai hakte de rijstwijnliefhebber op de achterpoot van de os in. Zijn poot brak onmiddelijk en we keken recht in een gapend bloedend gat. De tweede poot werd ook door een harde klap van het mes gebroken. Claudia verdween in de bosjes. Tranen sprongen bij Angela in de ogen. Dit was niet hoe we een 'offer' hadden voorgesteld. Naar ons weten wordt een offerdier bijzijn keel doorgesneden zodat hij dood kan bloeden. Een langzame dood, maar geen marteldood. Weer een klap methet mes, dit keer op de rug van de os. Met een houten stok werd op het hoofd vanhet dier geslagen. Er kwam bloed uit zijn mond en uit zijn neus. Weer werd er op het dier ingehakt. Bij elke klap begonnen de toeschouwers te lachen, de kinderen vonden het prachtig. De os liep angstig heen en weer op zijn gebroken achterpoten. Eindelijk werdde osbij de keel doorgesneden en een aantal mannen snelden toe om het bloed op te vangen.Hij leefde nog, maar het zou niet lang meer duren. Please, ga dood, please!
Het geheel had een sadistisch karakter. 'Ja, dat is nou cultuur', zeiden de jongens die mee waren met de trekking. Heel stoer gezegd jongens, maar aan hun geschrokken gezichten zagen we dat ook zijeen andere voorstelling van een offer hadden.
We verlietendebegraafplaatstoenhettweede offerdier nog in leven was.Beide dieren zouden van kop tot staart worden opgegeten. Niets van het dier zou worden verspild. Dit maakte wat we gezien haddeniets minder erg.
Al met al waren dit 3 heftige maar onvergetelijke dagen.
Siem Reap
Angkor What?
Angkor Wat, onder deze naam kennen veel mensen de indrukwekkende tempelcomplexen in Cambodja. De hindoeïstische tempel Angkor Wat is de bekendste tempel en de trots van de natie. Zijn karakteristieke torens staan op de Cambodjaanse vlag, op blikjes Cambodjaans ‘Angkor' bier en, niet te vergeten, op talloze souveniers. Rond de tempel lag de stad ‘Angkor Wat', waar een miljoen mensen hebben gewoond. Tegenwoordig wordt de stad ‘bewoond' door toeristen en zijn de ruines de stille getuigen van wat ooit het centrum van een emperium was. De tempelcomplexen zijn een toeristische Trekpleister met een grote T. Wanneer je naast cultuur snuiven dol bent op groepen Japanners en Koreanen, zit je hier op de juiste plek. Graag praten we nu verder over de slechtgekleede Aziaten met zonnekleppen en fototoestellen, maar dit is een opendeur die wij niet zullen intrappen. Bovendien zijn wij misschien net zo erg?
Alleen Japnanners en Koreanen gaan 1 dag naar Angkor Wat (want zij doen Cambodja in drie dagen). Een Die Hard toerist koopt een drie-dagen kaart. Deze aankoop doet een klein beetje pijn: je moet er welgeteld 40 dollar voor neerleggen. Ach ja, je moet het gezien hebben, toch? Ontspannen kan een bezoek aan de temples niet genoemd worden. De hitte in deze omgeving is verstikkend en de zweetstroom lijkt uit een onuitputtende bron te komen. Bovendien word je continue lastig gevallen door tientallen kleine kinderen die van alles aan je proberen te verkopen: 'You want postcard? Only one dollaaahhh'.
Angkor Wat is duur, het stikt er van de toeristen en het is een aanslag op je lichaam. Zijn die verdomde tempels het allemaal wel waard? Het antwoord is simple: Absofuckinglutely! Al een vis in het water fietsten we door het prachtige gebied met af en toe en stop bij een tempel. Het dagje in de toektoek was ook leuk, hoewel de toektoek-bestuurder voor elke meter extra die hij moest rijden een hoger bedrag vroeg. Een hoogtepunt was de Beng Mealea-tempel, twee uur buiten Siem Reap gelegen. De natuur heeft deze temepel volledig overgenomen. Om de tempel te kunnen bekijken moet je de naar beneden gevallen rotsblokken gebruiken als klimrek. Gelukkig hangt er af en toe een liaan waar je aan kunt vasthouden. Het beklimmen van deze tempel voelde alsof we een prachtige schat hadden ontdekt. Claudia probeerde nog een steen in een deur weg te duwen, maar er ging geen geheime gang voor ons open.
Naast Angkor hebben we ook enorm genoten van ons verblijf in Siem Reap. De groep waar we hier mee optrokken was divers en overal voor in. Inmiddels weten ook de niet Nederlands sprekende mensen wat ‘gezellig' betekend. De Denen blijken hier ook een woord voor te hebben: hyggelig. En de Isrealieten gebruiken: Sababa. Siem Reap is een fijne stad waar je voor 1 dollar op straat kunt eten, waar je door de laagbouw het gevoel krijgt dat je in een dorp bent en waar een mooie nachtmarkt is waar je zonder veel moeite van je geld af kunt komen (Claudia: 5 portemonnees en 6 tekeningen, Angela: 2 portemonnees, een jurkje en oorbellen). Het is ook een stad van verrassingen: kijk eens wie we onverwacht tegen kwamen....?????
Onze volgende stop: Ratanakiri. What? google het maar ...
Na een lange tempeldag heeft Angela een bezoekje aan een weeshuis gebracht. Dit is haar verslag:
'Graag neem ik van het moment gebruik om Willy Alberti te quoten: 'Een glimlach van een kind doet je beseffen dat je leeft'. Vanwaar deze dramatische zin? Ik heb samen met vier Belgen in Siem Reap een weeshuis bezocht. In Cambodja leven veel wezen. Armoede en Hiv eisen slachtoffers. Gelukkig zijn er inmiddels veel organisaties die weeskinderen opvangen en ze een betere toekomst proberen te geven. Dit zijn veelal Westerse initiatieven. De filantropie onder de Cambodjanen zelf is ver te bespeuren. Vaak hebben ze hun handen vol aan hun eigen zorgen en bovendien heeft heel Cambodja last van een nationaal trauma. Het weeshuis waar wij zijn geweest, was wel opgericht door een Cambodjaan.
Zodra de kinderen door kregen dat wij het pad opliepen, kwamen enkelen op ons afgerend. De Belgen waren de dag daarvoor al geweest en het was dus een feest der herkenning voor de kids. Ze vroegen in perfect Engels naar mijn naam. Over veel meer talenkennis beschikten ze niet, maar het was ontzettend beleefd. Na de formaliteiten werden het gewoon weer blije, drukke, spelende kinderen. Ik maakte een foto en dat enorme zwarte apparaat dat ik daarvoor gebruikte werd meteen reuze interessant gevonden. Een klein jongetje stond erop dat hij ook een foto wilde maken. Ik legde hem de basics uit en hij ging aan de slag. Hij was absoluut een fotograaf in de dop. Hij ging door zijn knieen, gebaarde een groepje meisjes dat ze moesten inschikken en liep naar voren en naar achteren voor de juiste hoek. De foto's die je ziet, zijn dan ook niet door mij gemaakt, maar door onze huisfotograaf.
De Belgen gingen met een groepje voetballen. Ik bleef onder andere achter met een kleine jongen (paars T-shirt) die zowel lichamelijk als verstandelijk gehandicapt was. Hij was de enige die nog wel ouders had, maar was achtergelaten in een kliniek vanwege zijn handicap. Wat een schat. En wat was hij blij met onze aandacht. Hoewel hij geen Engels sprak, wist hij precies wat hij moest doen toen ik hem een Hi Five gaf.
We zijn maar even in het weeshuis geweest, maar allemaal gingen we weg met het gevoel dat we daar nog wel weken konden blijven. Engels leren, het huis opknappen of ze simpelweg aandacht geven.
Voor iedereen die van plan is ooit de tempels van Angkor Wat te bezoeken: ga ook even langs dit weeshuis.
Cambodian Childrens Sanctuary
sokorphanage@yahoo.com
Phnom Penh - eerste stop in Cambodja
Onze busreis van HCMC naar Phnom Penh was al een genot. Het landschap veranderde snel naar een groen paradijs met boeren die tussen de rijstvelden fietsten en buffels die tot hun ogen in het water zaten.
Eenmaal aangekomen in Phnom Penh werden we bestookt met toektoek-mannetjes. Mark, de Nederlandse jongen die we in HCMC hadden ontmoet, had ons verteld waar het leuk was om te verblijven en hoeveel we voor een toektoek moesten betalen. We kwamen terecht in een houten huis aan een meer en konden elke avond de zonsondergang zien. Wel moet gezegd worden dat wat ooit een meer was, inmiddels beter een 'poel' genoemd kan worden. De gemeente van PP heeft ondenkt dat het HEEL goedkoop is om het meer droog te leggen. Doodzonde, want de lokale bevolking die in houten huisjes wonen, worden waarschijnlijk binnen twee jaar zonder pardon met de bus ergens buiten de stad afgezet en moeten vervolgens zelf uitzoeken waar ze gaan wonen. Bovendien zaten we dus tegen een zandvlakte aan te kijken.
Na een jaar met de massamoord in Cambodja bezig te zijn geweest was het voor Angela spannend om eindelijk de plekken te bekijken waar ze zo veel over had gelezen. The Killing Fields liggen een paar kilometer buiten Phnom Penh en de martelgevangenis S21 ligt in de stad. We bezochten de plekken met een Nederlands meisje, een Nederlandse man (beide uit Amterdam), een Amerikaanse jongen en een Engels meisje. Angela kroop in de rol van een gids en de groep kreeg een waterval aan verhalen over zich heen, of ze het nu wilden of niet. Kritisch was ze wel. Op de Killing Fields liggen bijvoorbeeld overal kledingstukken, zogenaamd van de slachtoffers. Dit is vrij ongeloofwaardig. Kleding moet al lang zijn vergaan na 30 jaar. Bovendien was de kleding die daar lag gekleurd. Dit klopt niet. De Rode Khmer liet iedereen hetzelfde dragen: een zwarte pyjama met een rood-wit-geblokte sjaal.
S21 was heel bijzonder. Het ziet er nog steeds uit als een verlaten school, met een groen binnentuintje en een klimrek. Maar de foto's, zowel gemaakt door de Rode Khmer als door de Vietnamezen, nemen deze onschuld volledig weg. Heel indrukwekkend, maar ook heel onwerkelijk. Je kunt je niet voorstellen dat in de oude klaslokalen zoveel leed is geweest.
Die avond gingen we met de hele groep uit eten in een Cambodjaans restaurant van Nederlanders. Het eten was daar zo ontzettend goed. WOW! Vervolgens zijn we naar de rivierzijde gelopen voor een ijsje. Het voelde net alsof we in Frankrijk waren. Phnom Penh heeft lange, brede boulevards met klassieke verlichting. Een Cote d'Azur-gevoel was onvermijdelijk. Toch vergeet je niet dat je in Cambodja bent. De toektoeks, het vuil op straat en arme mensen geven de Franse boulevards een Aziatisch karakter.
Toen we naar de rivierzijde liepen voor een ijsje gebeurde er iets dat ons altijd bij zal blijven. Een auto reed achter op een toektoek in en de bak met vijf toeristen en motor klapten om. De Cambodjanen op straat begonnen te schreeuwen en gillen en renden naar de toektoek toe. We dachten beide aan twee dingen. 1: Er konden mensen onder de toektoek zijn gekomen. 2: Wij hadden een uur geleden met ZES mensen in zo'n blikken bak gezeten. We dachten dat ze klem zaten, gelukkig was dat niet het geval. We konden zelfs nog wat bijdragen voor de slachtoffers daar, omdat Angela alcohol-tissues bij zich had :-). Eén meisje had waarschijnlijk haar neus gebroken en de toektoek bestuurder had een lichte hersenschudding, maar verder niets ernstigs. Zijn toektoek echter, waar hij zijn brood mee verdient, was behoorlijk beschadigd. En de auto was doorgereden. Uiteindelijk liepen we met een knoop in onze maag bij het gebeuren vandaag. We hadden het zo te doen met de toektoek bestuurder.
Hoewel je niet altijd goed hoogte kan krijgen van de Cambodjanen, zijn ze ontzettend vriendelijk. Het zijn ook hele ontspannen mensen. Zoiets als 'haasten' of 'snel rijden' wordt als volledig onnodig beschouwd. We hebben nog nooit zo'n ontspannen verkeerssituatie in een stad meegemaakt. De toektoeks rijden rustig en wanneer je de straat oversteekt rijden ze gewoon om je heen of stoppen zelfs. In onze straat bij het meer stikte het van de kinderen. Ze zitten overal. 40 procent van de Cambodjaanse bevolking is jonger dan 15 jaar. Dit merk je heel duidelijk. Onze guesthouse bijvoorbeeld wordt geleid door tieners. De oudste is ongeveer 24.
Verder is Claudia door de Aziatische cultuur geinspireerd geraakt om kleding te ontwerpen. Op dit moment is het meest bijzondere jurkje ooit ontworpen op weg met een boot naar Nederland. Nieuwsgierig naar de creatieve opleving van Claudia? Hier is haar verslag:
'Ohhhh, ik heb iets heel leuks laten doen: een jurkje laten maken. Niet van katoen of zijde, maar ... Jah jullie raden het al, bij Claudia moet het weer anders zijn. Ik had namelijk overal hele vette vuilniszakken langs de weg zien liggen. Dit zijn dikke plastic gewoven zakken waarin in eerste instantie rijst, meel etc. zit verpakt. Later worden ze hergebruikt als vuilniszak. Deze zakken vond ik dus echt geweldig aangezien er in de Cambodjaanse taal tekst op gedrukt staat. Ze hebben gewoon iets moois van lelijkheid. Die zakken MOEST ik dus hebben maar ik wilde ze niet van de straat plukken. Uiteindelijk zag ik ze opgevouwen liggen bij een ijzerwinkel en heb gevraagd of ik enkele zakken mocht hebben. Heel verbaasd en onder hard gelach mocht ik de zakken meenemen. Ik wilde er zelfs nog geld voor geven, maar dat wilden ze echt niet aannemen. Ze zullen wel gedacht hebben, gekke Hollanders! In eerste instantie wilde ik deze zakken opsturen naar Nederland zodat ik er thuis een schilderij /collage van kon maken. Maar op de Russische markt liepen we langs een kleermaker en heb ik mijn (al eerder bedachte) hersenspinsel werkelijkheid laten worden. (Ik had al een schets gemaakt van een cocktailjurkje, met een rits aan de achterkant, gemaakt van een vreemde stof) Ik heb daar gewoon gevraagd of ze iets konden maken van mijn plastic afvalzak. Eerst begrepen ze me niet, want ze wilden weten welke stof ik wilde gebruiken. Toen ze erachter kwamen dat de plastic zak het materiaal was, lachten ook zij me weer vierkant uit :) De man achter de naaimachine testte eerst of het materiaal gestikt kon worden. Na een positieve ondervinding gaf ik mijn schetsje aan de vrouw en nam ze mijn maten op. Nog even duidelijk gemaakt dat ik een knal gele rits aan de achterkant wilde van onder tot boven, een prijs afgesproken (14 euro ongeveer) en gezegd dat ik de jurk woensdag kwam ophalen. Het eindresultaat mag er wezen, zo vonden ook de medewerkers van de ijzerwinkel.'
Voor meer foto's klik hier
Phuket en Vietnam
Wat is er gebeurd:
We hebben twee dagen in Phuket 'vastgezeten'. We waren, zoals altijd, keurig op tijd op het vliegveld. De ochtend van 23 januari waren we vertrokken van Koh Phi Phi. Bij de Check-in lieten we onze ticket en paspoort zien. De man keek over de balie en zei: 'Do you have a Visa?'. Wij zeiden dat we een 'visa on arrival' zouden aanvragen in Vietnam. Dat kon wel zo zijn, zei de man, maar dan heb je evengoed een 'Letter of approval' nodig. WAT!! En deze hadden we moeten halen in BANGKOK! Dus we kunnen niet mee? Nee, jullie kunnen niet mee. We zijn uit de rij gestapt met het gevoel dat we echt enorme pech hadden gehad. Gelukkig konden we de benodigde brief ook via internet opvragen. En de ticket mochten we voor onze volgende vlucht gebruiken. Mazzeltje.
We hebben een busje naar Patong gepakt en daar een guesthouse genomen. Wat is Phuket een vreselijke plek zeg. Salou is er niets bij. In Salou heb je tenminste geen honderden dikke oude mannetjes
met Thaise jonge meisjes op hun schoot. Wij zaten in typisch zo'n straatje en elke ochtend tijdens het ontbijt zagen we dikke Engelsen hun hotel uitkomen met Thaise vrouwen aan hun hand. Walgelijk
gewoon! Maar toch ook wel weer leuk om te hebben gezien. Na een stranddagje waar we tien keer zijn aangesproken door Zweden en Noren of we de volgende dag op een partyboot wilden, zijn we nog even
de stad in gegaan. We kwamen terecht in Club Lime. Mooie bar/disotheek, maar zo veel foute, dronken en vooral jonge mensen! Vol met Australiers. Wanneer wij naar Salou gaan (na de middelbare
school), gaan zij naar Thailand. Dat is nu wel duidelijk.
Na twee nachten in Phuket (voorlopig onze laatste strandbestemming) hadden we de 'letter of approval' gekregen, konden we de vlucht boeken en vertrokken we alsnog naar Vietnam. We kwamen aan in het
donker en dat is nooit fijn. Gelukkig hadden we een stoere man bij ons (lees: 20 jarige Australier met een 'whatever' instelling) die ons beschermde tijdens de reis naar ons hostel. We kwamen
terecht in een goedkoop maar smerig guesthouse waarvan de eigenaresse een heel oud vrouwtje was. Overal lagen haren, het was gewoon smerig. De volgende dag kwamen we beide tot de conclusie dat we
na bijna een maand gewoon weer even zin in luxe hadden (In Thailand hebben we steeds heel low-budget gedaan). We namen een hotel van de staat (dat heb je hier) incl. ontbijt en twee filmkanalen. Ze
hadden ook Disney Channel! :-D Yeah!
De mensen kunnen ontzettend bot zijn in Vietnam, maar dat heeft altijd iets met geld te maken. Veel botte mensen op de markt dus. Maar zodra het niet om geld gaat, zijn ze erg open en vriendelijk.
Veel vriendelijker dan de Thai. Het verkeer is een gekkenhuis. Er zijn zebrapaden, maar die hebben geen macht. Er zijn 5 miljoen motors in deze stad! Elke dag sterven mensen aan een
verkeersongeluk, dus dat was echt iets waar we voor moesten uitkijken. Hoe steek je over in Vietnam? Je begint heel langszaam de straat op te lopen en kijkt elke motor stuk voor stuk aan. Dan stop
je op de middenlijn en doe je hetzelfde voor de andere kant. Als je snel gaat lopen, rijden ze je omver. Waar we ook voor uit moesten kijken, waren de straatrovers. Ze zijn ongelooflijk brutaal.
Vanaf hun motor (waar ze echt alles op vervoeren, inclusief hele families) snijden ze de tas van je schouders. Dit gebeurt in 'backpackersland' elke dag. Ze pakken de zonnebrillen van je hoofd en
de kettingen van je nek. Zolang je je rugzak met beide hengels om hebt, kan er niet zo veel mis gaan.
Tijdens een tocht door de stad hebben we het Warmuseum gezien. Echt heel indrukwekkend en verdrietig. Het musuem hangt vol met gruwelijke foto's en benadrukt dat Vietnam nog steeds lijdt onder de
gevolgen van de chemische wapens die destijds gebruikt zijn. Elke dag worden er nog misvormde kinderen geboren, vooral op het platteland, omdat zwangere vrouwens besmet water hebben gebruikt. Er
zijn om die reden veel gehandicapten in Vietnam. We hebben een werkplaats opgezocht, opgericht door de staat, waar gehandicapten de kans krijgen om te werken. Deze initiatieven heb je door heel
Vietnam.
Verder hebben we het Reunificatie paleis bezocht. Onder het paleis (vanaf 1975 een museum toen Vietnam weer 1 land werd) zit een bunker, destijds bedoeld voor de president om te schuilen. Ineens
zei een oude Amerikaanse man met wit haar in een staartje: 'I was here in 1968'. Natuurlijk wilden we daar meer over weten en Angela begon hem vragen te stellen. De man was voor het eerst in
Vietnam na 42 jaar. Hij was destijds gestationeerd in HCMC. De Vietcong had een tunnel vanaf Cambodja naar HCMC gegraven. 'Suddenly they were everywhere', zei de man, 'and we were attacted'.
Terwijl hij dit zei, begon hij te huilen.
Het was een dag van ontmoetingen. Bij onze 'huis-winkel', spraken we een Amerikaan. Hij is getrouwd met een Vietnamese vrouw, woont in de VS, maar gaat af en toe nog naar Vietnam. Hij vertelde dat hij ten tijde van de Vietnamoorlog juist had geprotesteerd tegen de oorlog. Vanaf dat moment hebben we elke dag een praatje met de man gemaakt. De laatste dag zei hij tegen ons:' Enjoy your trip and don't take anything for granted.'
De laatste leuke ontmoeting was in een winkel waar Claudia even in wilde. Achterin de winkel was een Vietnamese man gitaar aan het spelen. We lieten blijken dat we het mooi vonden en gingen erbij zitten. Hij speelde een Vietnamees liedje voor ons en zijn vader zong mee. Daarna ging hij over op de Beatles en Que Sera Sera. Echt grappig en leuk! Dit was mede de reden waarom Claudia een dag later een gitaar heeft gekocht en een nieuwe naam heeft aangenomen: Claudia Hendrix. Nu alleen nog even oefenen.
'I wanted to die for my country' Dit antwoord kregen we toen Angela aan onze gids vroeg waarom hij ervoor had gekozen zich bij de Vietcong te voegen. Vervolgens liet hij ons de plek op zijn schouder voelen waar hij ooit was beschoten. Het voelde hol en hard. Na de overheersing van de Chinezen en Fransen was de inval van de Amerikanen een druppel te veel voor veel Vietnamezen. Het waren voornamelijk boeren die zich bij het leger van Ho Chi Ming aansloten. Onopgeleid, maar wel volledig thuis in de jungle. We hebben de Cu Chi Tunnels bekeken. Cu Chi was tijdens de oorlog een zeer strategisch gebied gelegen tussen Cambodja en HCMC. De Amerikanen wilde het onder controle hebben om HCMC uit handen van de Vietcong te kunnen houden. De Vietcong in dit gebied leefde bijna volledig onder de grond. Claudia heeft een klein stukje van de tunnels bekropen. Bezweet en met spierpijn in haar benen kwam ze naar buiten. Claudia was slechts twee minuten onder de grond. Het is onvoorstelbaar dat mensen soms dagen, weken, maanden onder de grond zaten. Vanzelfsprekend hadden we nog meer vragen voor onze gids. Vond hij het niet erg om verschillende dagen in de week in het gebied te lopen waar hij zelf heeft gevochten en waar hij zo veel familie heeft verloren? Naast het feit dat praten over de oorlog geen slechte baan is voor een 62-jarige vond hij dat de geschiedenis herinnert moest blijven worden. Maar makkelijk is het niet voor hem. Hij heeft nog regelmatig nachtmerries, vertelde hij. Ook vertelde hij zijn verhaal met geluidseffecten. Een schot van een Amerikaanse tank, het loslaten van de B52 bommen: het waren geluiden hij nog steeds kon horen.
Eerder die dag bezochten we de Cao Dai tempel. Het Caodaisme is een poging om de ideale religie te creëren van alle religies in Vietnam. Het resultaat is een kleurrijke mengelmoes van Boeddhisme,
Islam, Confucianisme, Taoisme en Christendom. Elke gelovige draagt een kleur, symbool voor hun geloof. We hebben de eerste 15 minuten van de mis meegemaakt. Zeer indrukwekkend en mooi om zoveel
geloofsinvloeden bij elkaar te zien. Alle toeristen werden het balkon opgedreven. Daar stonden we dan in een rijtje.
27 januari was een speciale dag. Claudia verjaarde op die dag en dat werd de volle 24 uur gevierd. Rond middennacht was er al reeds drie keer gezongen, aangezien iedereen een andere tijd op z'n
horloge had. Ook had ze haar eerste cadeautje al in ontvangst mogen nemen, namelijk een vietnamese schoudertas die ze van Angela kreeg. Voor alles geldt: hoe meer zielen, hoe meer vreugde. Zo ook
voor het vieren van je verjaardag. Claudia was dan ook blij dit te vieren met een groep van in totaal tien man. 's ochtends vroeg was het weer feest; met haar eigen feestmuts op werd ze overspoeld
met ballonnen. In de bus op weg naar de Mekong Delta werd iedereen getrakteerd op feestelijke donuts die Claudia om half zeven 's ochtends bij de bakker had gehaald. Later die dag heeft Claudia nog
meer cadeaus in ontvangst mogen nemen. (zie foto's) De trip over de Mekong Delta was ook fantastisch.
Na de chocoladetaart kon de dag helemaal niet meer stuk. Wat een geweldige dag.
[ Ik wil iedereen die heeft bijgedragen aan die fantastische dag enorm bedanken! Angela super mooi cadeau! Echt heel lief. Mark, het armbandje van de Thaise weeskindjes heeft veel indruk op me gemaakt. Heb wel weer zin in een stukje van die chocolade taart! Natuurlijk was ik ook erg blij al jullie felicitaties uit Nederland te lezen. ]
Hoewel we slechts een week in Vietnam zijn geweest, hebben we het als zeer bijzonder ervaren. Overal zijn sporen van de geschiedenis te voelen en te zien. Van het communisme echter, merk je maar weinig. Dit schijnt in het noorden anders te zijn. We zullen dit tijdens deze reis helaas niet zelf kunnen ervaren, vorige week hebben we bus gepakt naar Phnom Penh in Cambodja.
Tot ons volgende verhaal!
Koh Phi Phi - Actief
Dachten we helemaal te relaxen op Koh Phi Phi, moesten we toch nog de nodige inspanningen verrichten; Helemaal naar ons hotel lopen omdat er geen wegen, en dus geen vervoersmiddelen op dit eiland zijn. Dit betekende dat we welgeteld IEDERE DAG zo'n 200 meter naar het strand moesten lopen (en dat soms 6x per dag!!) Daarnaast moesten we om de douche te bereiken helemaal de gang op.
Koh Phi Phi bestond hoofdzakelijk uit touristen, dronken touristen die midden in de nacht een tattoo lieten zetten en laveloos op het strand lagen met een bucket op hun hoofd.
Bovendien hadden al die touristen daar nog nooit zulke reuzinnen gezien want ze (voornamelijk mannen -heel gek-) wilden continue met ons op de foto. (heh, weer geen rust)
De vervelendste dag was toch we dat we de hele middag op een prive boot moesten doorbrengen die ons alle witte stranden, enorme rotspartijen, snorkel plekken en de zonsondergang liet zien. Gelukkig hadden we aangenaam gezelschap van onze nieuwe Australische vrienden; Andrew, Mike, Kate en John.
Groet ons!
Koh Phi Phi - Relax
Hier een verslag van al onze inspannende activiteiten de afgelopen dagen:
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
PS:
Voor iedereen die ons wil smsen/bellen: we zijn tot de 21e in Thailand en hebben een Thais nummer: 0066-872722471. Maar berichtjes via de site vinden we ook ontzettend leuk!
An en Clau
Het duikavontuur: the day after
Dag lieve mensen,
Daar ben ik weer. En ik ben weer bijna de oude (minus de ambitie om te duiken). Ik heb op een harde manier geleerd dat duiken niets voor mij is. Het begon allemaal veelbelovend. Claudia en ik zaten met Steve (rijke Amerikaan van 41) en Slava (Russische tiener) in een duikgroepje. Lekker klein en overzichtelijk groepje dus. We hadden een geweldig geduldige leraar, Sebastian, een Fransman. Ik dacht dat duiken niets voor mij zou zijn, omdat ik claustrofobisch ben en bovendien vond ik al die giftige en bijtende zeedieren niet echt een prettig vooruitzicht. Maar het tegendeel bleek waar: ik vond duiken prachtig! De giftige dieren bleken prachtige onderwaterwezens te zijn en er zwom een drie meter lange haai onder mij door! Wat een geluk! Het klaren van mijn oren ging lastig, maar dat scheen vaker voor te komen.
Tijdens mijn derde duik gingen we naar 18 meter diepte. Ik had weer moeite met klaren en deed het rustig aan. Ineens knapte er iets in mijn oor en verloor het bewustzijn. Dat wil zeggen: ik voelde dat ik nog kon ademen, maar ik zag niets meer. Ik voelde ook dat mijn leraar mij door elkaar schudde, maar ik zag niets. Toen het beeld weer terug kwam, keek ik in de geschrokken ogen van mij leraar en zag dat we ver van de rotsen waren die op 18 meter lagen. Na het duiken ging het prima met me (los van het feit dat ik enorm baalde dat ik mijn PADI niet kon halen omdat ik de vierde duik niet kon doen). Maar 's avonds werd ik enorm duizelig, misselijk en ik kon slecht ademen. Mijn ellebogen en schouders deden pijn en ik had een gigantische druk op mijn hoofd. Allemaal tekenen van decompressieziekte.
Over de 24 uur die daarop volgde, ligt een waas in mijn geheugen. Ik ben naar een kliniek op Ko Tao gegaan en daar hebben ze mij aan het infuus gehangen en zuurstof gegeven. De volgende dag ben ik met de boot naar Ko Samui gebracht en vervolgens met ambulance naar Bangkok Hospital. Daar ging alles voor mijn gevoel heel snel. De arts was heel duidelijk en ik mocht haar gelijk. De verzekering was ook zo geregeld, er was een Nederlandse vertegenwoordiger in het ziekenhuis aanwezig. Ik heb 5 uur in een decompressiekamer gelegen. Dit ging in eerste instantie prima: ik had geen bril op en kon dus gelukkig niet zien waarin ik gevangen zat. In de kamer hebben ze me 'terug' naar 18 meter diepte gebracht. Doel: ik moest van het teveel aan stikstof in mijn lichaam af. Het nadeel van de behandeling was dat mijn opgelopen oortrauma erger werd. Ook kreeg ik tijdens de behandeling te veel zuurstof binnen waardoor ik zuurstofvergiftiging opliep. Het resultaat was dat ik het laatste uur hoestend heb doorgebracht met pijn over mijn hele lichaam. Het voelde alsof er duizenden naalden in mij staken.
Ik kwam met koorst uit de decomrpessiekamer en toen voelde ik mij echt ziek. Met koorts en overal pijn, was het moeilijk om nog positief te blijven. Gelukkig was Claudia altijd in de buurt om mij te vertellen dat alles goed kwam. Ook heeft ze werkelijk alles geregeld op Ko Tao terwijl ik in de kliniek als een zombie voor mij uit zat te staren. Zo heeft ze het bijvoorbeeld gepresteerd om binnen een half uur van de kliniek terug naar het hotel te gaan, twee tassen in de pakken (mijn kleding lag overal verspreid) en weer terug naar de kliniek te gaan zodat we op tijd zouden zijn voor de boot. Claudia is een held.
Na een nacht in het ziekenhuis voelde ik met een stuk beter. Ik werd geweldig verzorgd door de Thaise zustertjes. Regelmatig kwamen ze mijn bloeddruk en temperatuur meten. Ook werd het toiletgebruik nauwkeurig in de gaten gehouden. Elke twee uur werd aan mij gevraagd: 'How many time pi pi and how many time poe poe?'.
De derde dag liep ik een maaginfectie op en moest ik weer aan het infuus. Elk slokje water en elk hapje eten betekende een directe trip naar de toilet. En dit was lastig, want ik moest me met een paal aan mijn arm zien voor te bewegen. Ook douchen met de metalen stok was een tegenvaller. De vierde en vijfde dag in het ziekhuis waren vooral erg ontspannen. De maagpijn was weg, drie keer per dag werd er eten gebracht en ik had een tv met twee filmkanalen. Eindelijk vakantie!
Het gaat nu goed met me. We zijn aan het bijkomen in Bo Phut, een vissersdorpje op Ko Samui en we doen voor de verandering helemaal niets!
Liefs,
Angela
PS: bedankt voor al jullie reacties. Het is ontzettend fijn om iets van familie en vrienden te horen wanneer je aan de andere kant van de wereld in het ziekenhuis ligt.